-
1 eat the bread of idleness
het brood van ledigheid -
2 pain
pain [pẽ]〈m.〉1 brood2 (langwerpig) stuk ⇒ staaf, koek♦voorbeelden:pain d'épice(s) • kruidkoek, ontbijtkoekpain de Gênes • amandelcakepain de gruau • bruin broodpain de munition • kuch, kazernebroodpain de seigle • roggebroodpain bis • bruin broodbon comme du (bon) pain • door en door goedpain complet • volkorenbroodpain noir • boekweitbroodpain perdu • wentelteefjespain rassis • oud broodpain viennois • zoet melkbroodil y a du pain sur la planche • er is werk aan de winkelgagner son pain • zijn boterham verdienenmanger son pain blanc le premier • bij het prettigste beginnenne pas manger de ce pain-là • wars zijn van bepaalde methodesôter, retirer à qn. le pain de la bouche • iemand het brood uit de mond stotenpleurer le pain qu'on mange • gierig zijn, zichzelf niets gunnense vendre, s'enlever comme des petits pains • als warme broodjes de deur uit vliegen, over de toonbank gaanpain de sucre • suikerbroodpain de veau • gebraden (kalfs)gehaktil a son pain cuit! • hij is ‘binnen’!m1) brood2) (langwerpig) stuk, staaf3) klap -
3 transubstantiation
n. transsubstantiatie (bij het christelijke geloof-dat het brood en wijn het bloed en vlees van Jezus worden)[ trænsəbstænsjie▪eesjn] -
4 communion bread
Heilige Communie, sacrament van het Avondmaal, deelname aan eten van het Brood en drinken van de Wijn in de Christelijke ceremonie die het Laatste Avondmaal van Jezus en zijn discipelen viert -
5 Wurst
〈v.; Wurst, Würste〉♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 jemandem die Wurst auf dem Brot nicht gönnen • iemand het licht in de ogen niet gunnen〈 figuurlijk〉 sich 〈 3e naamval〉 nicht die Wurst vom Brot nehmen lassen • zich de kaas niet van het brood laten eten〈 figuurlijk〉 mit der Wurst nach der Speckseite werfen • een spiering uitgooien om een kabeljauw te vangen -
6 bread crust
broodkorst,het harde gedeelte van het brood -
7 part
part [paar]〈v.〉1 deel ⇒ gedeelte, portie2 aandeel ⇒ bijdrage, percentage♦voorbeelden:1 avoir sa part de gâteau, avoir part au gâteau • meedelen in de winst, een graantje meepikkense tailler la part du lion • zich het leeuwendeel toe-eigenenil y a une part de vérité là-dedans • er zit iets waars inavoir part à • deelnemen inne pas donner sa part aux chiens • zich niet de kaas van het brood laten eten(faire) part à deux • eerlijk delen, samen delenfaire part de qc. à qn. • iemand iets mededelenfaire la part belle à qn. • iemand ruim bedelenfaire la part de • rekening houden metfaire la part des choses • inschikkelijk zijnfaire la part du feu • een deel opgeven, opofferen 〈 om de rest te behouden〉prendre part à, une part dans • deelnemen aanpour ma part • wat mij betreftpour une bonne, large part • grotendeelsFrançais à part entière • volwaardig Fransman3 autre part • ergens anders, eldersnulle part • nergensquelque part • ergensà part • apart, gescheidenà part ça • afgezien daarvan, voor de restà part moi • bij mezelfmis à part • afgezien van, behalveprendre à part • apart nemend' autre part • aan de andere kant, anderzijdsd' une part … d' autre part • aan de ene kant … aan de andere kant, enerzijds … anderzijdsde part en part • door en doorde part et d' autre • over en weer, van, aan weerskantende la part de • (uit naam) van, namens, in opdracht vanprendre en bonne, mauvaise part • goed, slecht vinden, opnemen————————part (de fondateur)f1) deel, portie2) aandeel, bijdrage3) kant, zijde -
8 laine
laine [len]〈v.〉1 wol♦voorbeelden:laine de verre • glaswolde haute laine • hoogpoliglaine peignée • kamwollaine vierge • scheerwolse laisser manger, tondre la laine sur le dos • zich de kaas van het brood laten etentondre la laine sur le dos de qn. • iemand het vel over de oren halenbêtes à laine • wolveeen laine • wollen→ bas -
9 Butter
Butter〈v.; Butter〉♦voorbeelden:alles (ist) in (bester) Butter! • alles (is) in orde, voor mekaar!jemandem fällt die Butter vom Brot • iemand staat perplexich lasse mir die Butter nicht vom Brot nehmen • ik laat me de kaas niet van het brood etenschmelzen wie Butter an der Sonne • verdwijnen als sneeuw voor de zon -
10 kratzen
kratzen2 krassen, schuren, schrapen 〈 van geluid〉3 schuren, prikkelen ⇒ jeuken, kriebelen♦voorbeelden:der Wein kratzt im Hals • de wijn prikkelt in de keelII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:〈sport en spel; informeel〉 den Ball noch gerade von der Linie kratzen • de bal nog net voor de lijn weggrissen -
11 есть хлеб
interj.gener. het brood genieten -
12 отнять хлеб
vgener. (у кого-л.) (iem.) het brood uit de mond nemen -
13 bless
v. zegenen; heiligen1 zegenen ⇒ (in)wijden, consacreren2 Gods zegen/begunstiging vragen voor ⇒ om goddelijke steun vragen voor3 begunstigen ⇒ zegenen, begiftigen♦voorbeelden:(God) bless you! • gezondheid! 〈 na niezen〉 -
14 cut the bread up minutely
-
15 minute
adj. miniem, onbeduidend; minutieus, gedetailleerd--------adj. minuten-; in een minuut gebeurend; gedurende klein moment--------n. minuut,; moment; lijst, protocol--------v. protocol noterenminute1[ minnit] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:I won't be a minute • ik ben zo klaar〈 informeel〉 just a minute! • moment!in a minute • zo dadelijkthe minute (that) I saw him • zodra ik hem zag————————minute2[ majnjoe:t] 〈bijvoeglijk naamwoord; minuteness〉♦voorbeelden:————————minute3[ minnit] 〈 werkwoord〉2 noteren -
16 the priest blesses the bread and wine
English-Dutch dictionary > the priest blesses the bread and wine
-
17 know which side your bread is buttered on
weten wat goed voor je is,weten aan welke kant het brood besmeert is met boterEnglish-Dutch dictionary > know which side your bread is buttered on
-
18 take the bread out of someone's mouth
iemand het brood uit de mond etenEnglish-Dutch dictionary > take the bread out of someone's mouth
-
19 took the bread out of his mouth
nam hem het brood uit de mond (ontsloeg hem van zijn baan,nam hem zijn geld af) -
20 fraction
fraction [fraaksjõ]〈v.〉2 (ge)deel(te) ⇒ onderdeel, fractie♦voorbeelden:fraction périodique • repeterende breuk
См. также в других словарях:
Herman Brood — in 1979 Background information Birth name Hermanus Brood Also known as … Wikipedia
Sterren Dansen Op Het IJs — is a Dutch spin off of Skating with Celebrities from American broadcaster Fox. The hosts are singer Gerard Joling and Nance Coolen.Jury* Peter Moormann * Jayne Hamelink * Wil Visser * Marc Forno * Katarina Witt (Only in the first show and final… … Wikipedia
Brot — 1. Abgeschnitten Brot hat keinen Herrn. Frz.: Pain coupé n a point de maître. 2. Alles Brot ist dem gesund, der hungert. 3. Alt Braut un drüge Holt helpen hushalten. (Westf.) 4. Alt Brot, alt Mehl, alt Holz und alter Wein sind Kleister. –… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Brot — Die Wertschätzung des Brotes gehört zu den am tiefsten verwurzelten Volksanschauungen. Sie hat sich bis in unsere unmittelbare Gegenwart erhalten. In der Umgangssprache steht ›Brot‹ noch immer stellvertretend für Nahrung und Lebensunterhalt, wie… … Das Wörterbuch der Idiome
Käse — 1. Achternaë êten sî Käse, sagen die Westfalen. Auch die Ostfriesen. (Kern, 963; Hauskalender, III.) Holl.: Achterna eten zij kaas. (Harrebomée, I, 371b.) 2. Alli Jahr a Chäs isch nid glî (gleich, bald) vil Chäs, aber alli Jahr s Chind isch glî… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Butter — 1. An Butter ist noch niemand erworgt. (Schles.) – Schles. Provinzialblätter, 1862, S. 570. 2. Bödther waart egh begen un Aan. (Nordfries.) Butter wird nicht gebacken im Backofen. 3. Botter makt nen sachten (milden, sanften) Sinn. – Körte, 792.… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Wein — 1. Abgelegener Wein macht ungelegene Köpfe. 2. Allezeit Wein oder Wasser trinken ist nicht lustig. – Froschm., BVI. 3. Allkant Wein ist mein Latein, wirfft den Bawren vber die Zäun vnd stosst die Burger an die Schienbein. – Fischart, Gesch., in… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Louis Paul Boon — (15 March 1912 10 May 1979) was a Flemish journalist and novelist who is considered one of the major 20th century writers in the Dutch language. He forsook the literary Dutch of the Netherlands for regional Belgian Dutch words and expressions… … Wikipedia
Verstand — 1. Am Verstande trägt man nicht schwer. Die Finnen sagen: Verstand verwundet nicht den Kopf des Mannes. (Bertram, 41.) 2. Besser Verstand und fröhlicher Muth als fürstliche Schätze und königlich Gut. 3. De Verstand kummt mit de Jahre und de… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Hoffnung — 1. A Hööbh as an lungh Sial. (Amrum.) – Haupt, VIII, 369, 320; Johansen, 151. Die Hoffnung ist ein langes Seil. 2. An Hoffnung und gespanntem Tuche geht viel ab. Frz.: Vin versé n est pas avalé. 3. Bey Hoffnung ist allweg zweiffel. – Lehmann, 395 … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Louis-Paul Boon — Pour les articles homonymes, voir Boon. Louis Paul Boon, né à Alost le 15 mars 1912 et mort à Erembodegem le 10 mai 1979, est un écrivain et poète belge d expression néerlandaise. Considéré comme l un des auteurs majeurs de… … Wikipédia en Français